Poging tot inbraak
Al weer een hele tijd geleden, ik schat midden jaren 80 van de vorige eeuw, kreeg ik midden in de nacht een telefoontje dat er wat aan de hand was in het centrum van Rijssen. Collega’s hadden een auto gesignaleerd met een aantal figuren erin, die ze niet vertrouwden. In die tijd hadden we als groepsrecherche afwisselend telefoonwacht. Als er iets bijzonders was, werden we gebeld om polshoogte te nemen. Zo ook deze keer. Met de boys op de weg werd een afspraak gemaakt waar we elkaar zouden ontmoeten. Op de voarknsmoark (de huidige Hagen) ontmoetten we elkaar en op aanwijzing van de collega’s zag ik op ’t Schild naast de kiosk van Blinde Jan (Jan Schreurs) een auto staan met enkele figuren, die gezien het tijdstip en hun bewegingen, niet veel goeds in de zin hadden.
Met de collega’s werd afgesproken, dat ik op de voetjes wat dichterbij probeerde te komen om te kijken en te horen wat deze figuren in de zin hadden. Via ’t Dodenstraatje en de kerk kwam ik uit op ’t Schild en wist mij te verbergen achter een geparkeerde auto, naast “Meneer”, waar tot voor kort Jan Klein Horsman een lunchroom beheerde. Uit flarden van gesprekken kon ik opmaken, dat men plannen had om de Kiosk van Jan te plunderen, maar dat men geen gereedschap had om 1 van de luiken te verwijderen. Portofonisch seinde ik de collega’s van mijn bevindingen in en vertelde hun dat ze zich gereed moesten houden, als de heren de euvele moed hadden om in te breken. Er gebeurde echter niets, totdat één van de heren in mijn richting kwam lopen, precies naar de plek waar ik achter de auto zat. Ik kon geen kant op en met een snoekduik dook ik onder de auto, zodat hij mij niet kon zien. De reden waarom hij mijn kant was opgelopen bleek een paar seconden later. Kennelijk had hij hoge nood, want even later kletterden de spetters mij om de oren. Hij stond op nog geen meter afstand te wateren en zijn blaas te legen. Door iets opzij te schuiven kon ik voorkomen, dat het vocht, dat over de straat liep mij bereikte. Het begon behoorlijk te stinken, maar gelukkig heeft een mens niet zo lang nodig om zijn blaas te ledigen en maakte de knaap rechtsomkeert naar zijn makkers in het kwaad bij de kiosk.
Kennelijk had men in de auto toch nog iets gevonden om te proberen één van de luiken open te krijgen en met iets van een schroevendraaier begon men één van de luiken te bewerken, waarbij ik kon opmaken dat het niet helemaal ging zoals zij dat graag zouden willen. Blinde Jan had goede voorzorgsmaatregelen genomen en men kwam de kiosk niet binnen. Na ettelijke pogingen staakten de gasten hun werkzaamheden en voordat ik het in de gaten had stapten ze in de auto en reden weg. De collega’s werden direct ingeseind met de mededeling dat er braaksporen aan de kiosk waren geconstateerd en dat de heren konden worden aangehouden voor poging tot 311, (artikel 45 jo. Artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht) ofwel “poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard in verband met diefstal door twee of meer verenigde personen en diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum.” De collega’s stelden onmiddellijk een achtervolging in naar de heren en ik rende naar mijn auto, die ik op de voarknsmoark had geparkeerd, om ook die kant op te gaan en behulpzaam te zijn bij een eventuele aanhouding. Na ruggespraak via de portofoon, bleek even later, dat de collega’s de auto op de Nijverdalseweg hadden klem gereden en de inzittenden hadden aangehouden. Ze waren tevens reeds voorzien van de van rijkswege verstrekte armbandjes. De heren werden overgebracht naar de Kazerne en nadat de identiteit van deze personen was geverifieerd, bleek dat ze werden gezocht voor een aantal inbraken in het Drentse. De heren werden overgebracht naar verschillende bureaus in de omgeving en ik kon, nadat ik mij had gedoucht vanwege de spetters, nog een paar uurtjes aangenaam verpozen in het warme bedje naast mijn echtgenoot. De volgende dag werden deze personen overgedragen aan de politie van Hoogeveen, die de zaak verder heeft afgewerkt.